Betaaldata salaris:
-
vrijdag 24 januari 2025
-
maandag 24 februari 2025
-
maandag 24 maart 2025
-
donderdag 24 april 2025
-
vrijdag 23 mei 2025
-
dinsdag 24 juni 2025
-
donderdag 24 juli 2025
-
maandag 25 augustus 2025
-
woensdag 24 september 2025
-
vrijdag 24 oktober 2025
-
maandag 24 november 2025
-
vrijdag 19 december 2025
Deze is uitbetaald samen met het salaris van de maand april 2025.
Wanneer jouw salaris wordt aangepast, ontvang je een nieuwe salarisstrook voor de maand waarin deze correctie is doorgevoerd. Op deze strook wordt aangegeven welk bedrag je te veel of te weinig hebt ontvangen. Dit bedrag wordt verrekend met de salarisbetaling van de eerstvolgende maand. Je zult deze correctie dus terugzien in het bedrag dat op je bankrekening wordt gestort in die volgende maand, maar niet op de loonstrook van die maand zelf. Dit komt doordat je al een aangepaste salarisstrook hebt ontvangen.
Dat klopt, het jaarloon op de salarisstrook is je totaal loon voor de loonheffing van voorgaand jaar om zo je bijzonder tarief loonbelasting te kunnen bepalen.
De aanvraag is volledig wanneer deze helemaal en op de juiste manier is ingevuld. Bij de aanvraag hoort ook een kopie van een recente loonstrook van de vorige werkgever. Deze mag niet ouder zijn dan 3 maanden. Je kunt de aanvraag uiterlijk in de maand van aanvang van jouw dienstverband bij SBOH indienen. Als wij een (volledige) aanvraag na de maand van indiensttreding ontvangen, dan wordt de toeslag toegekend vanaf de maand volgend op de maand waarin wij de volledige aanvraag hebben ontvangen.
Het betaald ouderschapsverlof wordt eerst voor 100% ingehouden waarna de uitbetaling van het betaald ouderschapsverlof (70%) los op de loonstrook wordt vermeld.
Vanaf 2021 bouwen alle aios huisartsgeneeskunde verplicht pensioen op via pensioenfonds SPH. Deze overgang van pensioenfonds had geen gevolgen voor het netto salaris van de aios. In 2022 heeft pensioenfonds SPH echter voor alle deelnemers de pensioenpremie aanzienlijk verhoogd. De kosten van de pensioenpremie worden altijd verdeeld over de werkgever en de werknemer. Door de stijging van de pensioenpremie bij SPH gingen alle aios huisartsgeneeskunde als werknemer dus ook meer premie betalen, waardoor hun netto salaris daalde. Het netto salaris van de aios huisartsgeneeskunde was hierdoor niet langer gelijk aan dat van de andere aios binnen SBOH.
In 2007 is de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde toegevoegd aan het werkgeverschap van SBOH en moesten zij toegevoegd worden aan de Cao SBOH. De aios oudergeneeskunde bouwden pensioen op bij pensioenfonds PFZW. De pensioenpremie van pensioenfonds PFZW was echter aanzienlijk hoger dan de premie voor de aios huisartsgeneeskunde bij Pensioenfonds HAIO. De kosten van de pensioenpremie worden altijd verdeeld over de werkgever en de werknemer. Hierdoor zou het netto salaris voor de aios ouderengeneeskunde lager uitvallen. Om op hetzelfde netto salaris uit te komen voor beide aios-groepen was het daarom noodzakelijk dat er aparte, hogere (bruto) salaristredes voor de aios ouderengeneeskunde werden ingevoerd. Deze kosten werden door VWS opgenomen in de subsidie. De aios van alle opleidingen die daarna volgen bouwden eveneens pensioen op bij pensioenfonds PFZW. Daarom kregen zij in de Cao SBOH ook dezelfde salaristredes als de aios ouderengeneeskunde. Ook deze kosten werden door de NZa en VWS overgenomen in de subsidietarieven. Er was voor de aios huisartsgeneeskunde dus sprake van een lager bruto salaris, maar na betalen van belasting en premies was het netto salaris dat uitbetaald werd even hoog als bij de andere aios binnen SBOH.
SBOH wordt gefinancierd door subsidies en bijdragen vanuit opleidingsinstellingen en heeft geen andere inkomsten. Om de ontstane salarisverschillen binnen SBOH te kunnen verkleinen is het daarom noodzakelijk dat er structureel meer subsidie komt. Samen met het veld en de aios-verenigingen heeft SBOH dan ook in 2023 aan minister Kuipers van VWS een brief gestuurd met het dringende verzoek om structureel aanvullend budget beschikbaar te stellen om de salarisverschillen aan te kunnen pakken.
Daarnaast heeft SBOH in augustus 2023, na de val van het kabinet, alle politieke partijen opgeroepen om in hun verkiezingsprogramma’s meer budget op te nemen voor betere arbeidsvoorwaarden voor de artsen in opleiding in de eerste lijn. Een dergelijke brief is ook gestuurd aan de informateurs om mee te nemen bij de vorming van het nieuwe kabinet. Demissionair minister Kuipers zette de beantwoording van het verzoek van SBOH door naar zijn opvolger. Ondanks intensief contact vanuit SBOH met het ministerie van VWS kwam er geen antwoord. In oktober 2024 heeft SBOH dan ook weer een brief gestuurd aan minister Agema met een herhaling van het dringende verzoek om structureel aanvullend budget beschikbaar te stellen. Begin januari 2025 kwam uiteindelijk de teleurstellende reactie het ministerie dat er geen additionele middelen toegekend gaan worden.